In 2024 won het project PHA2USE van waterschap Brabantse Delta de Circular Award Public. Inmiddels is een vervolgproject op PHA2USE gestart. De Award speelde hier zeker een rol bij, denkt Bart Joosse. De waterketentechnoloog is blij dat hij door mag werken aan de ontwikkeling van Caleyda: een biologisch afbreekbare plasticvervanger. “Innovatieve projecten wil ik graag verder brengen.”
Beeld: © Rijksoverheid / Rijksoverheid
De Award is ook een mooi signaal naar de burger toe, denkt Bart. “Veel mensen klagen dat de waterschapsbelasting hoog is. Door de aandacht te richten op dit soort innovatieve projecten denken mensen vaker: er gebeuren dingen met ons geld die de wereld een klein beetje beter maken.”
De druk binnen de waterschappen om verantwoording af te leggen bij alles wat je doet, maakt het soms lastig om innovatieve projecten van de grond te krijgen, merkt Bart. “Sommige waterschappen zeggen: onze hoofdtaak is afvalwater zuiveren en we willen dit zo goedkoop mogelijk doen. Hierdoor blijft er weinig geld over voor innovatieve projecten.” Dat PHA2USE (plus voorgangers van het project) al 15 jaar loopt, is daarom best bijzonder, benadrukt de waterketentechnoloog. “Ons bestuur is nu enthousiast, maar ik ben mij ervan bewust dat dit kan veranderen. Daarom grijpen wij dit momentum met beide handen aan en zijn we blij dat we door kunnen.”
Liposuctie
Het proces van PHA (polyhydroxyalkanoaten: biologisch afbreekbare polymeren) maken uit afvalwater willen Bart en zijn collega’s nog beter onder de knie krijgen. Dat bacteriën in een laboratorium vetzuren uit afvalstoffen kunnen omzetten in PHA waarmee je bioplastics kunt maken, weet de wereld al sinds de jaren ‘80. Pas sinds een jaar of 15 wordt hiermee geëxperimenteerd buiten het laboratorium: een niet gecontroleerde omgeving. Bart: “In 2010 startte een consortium van waterschappen, STOWA, HVC en Paques Biomaterials met de voorloper van PHA2USE om te kijken of het ons ook zou lukken. Gelukkig bleek al snel dat we PHA konden maken uit ons afvalwater.”
“Je kunt het vergelijken met de manier waarop wij vet opslaan om te verbranden tijdens barre tijden”, licht Bart het proces toe waarmee bacteriën PHA maken uit afvalwater. “Bacteriën eten zich vol met vetzuren uit het afvalwater en zetten dit om in PHA. Als er weinig voedsel is, gebruiken ze dat PHA weer voor energie.” Het is dan ook zaak om de PHA uit de bacteriën te halen voordat de bacterie dit zelf weer omzetten naar energie, benadrukt Bart. “Als ze vetgemest zijn, knijpen we ze weer leeg. Eigenlijk net als bij liposuctie.” Het PHA vormt het halffabricaat waarmee producenten bioplastics kunnen maken.
Opschalen
Het doel van het vervolgproject dat in november 2024 van start ging, is verder opschalen. De partners uit het consortium hebben daarbij ieder een eigen focus, legt Bart uit. “Wij willen ons bij waterschap Brabantse Delta zo veel mogelijk richten op de productie van het halffabricaat.” Zo wil Brabantse Delta de productie van PHA opschalen zodat producenten ook echt een productielijn kunnen opzetten. Ook kan Brabantse Delta de eigenschappen van het halffabricaat verder finetunen door te experimenteren met ander voedsel voor de bacteriën. “Maan Biobased Poducts (onderdeel van Maan Group) maakt biologisch afbreekbare producten voor de tuinbouw. Zij experimenteren nu bijvoorbeeld met ons materiaal als vervanging voor plastic in de landbouw. Zij zien graag dat het plastic net iets andere eigenschappen heeft. Wij kunnen daarvoor zorgen door ons halffabricaat verder te finetunen.”
Paques Biomaterials, de commerciële partner binnen het consortium, gaat zich volledig richten op de productie van het eindproduct. Bart: “Paques Biomaterials is heel ambitieus en heeft veel geld opgehaald om een fabriek te bouwen waarmee ze bioplastic kunnen produceren. Zij zijn heel belangrijk om het eindproduct te maken.”
Gewoon doen
En dan moet het bioplastic nog in de markt gezet worden. Dat is niet gemakkelijk, beaamt Bart. “Wij concurreren bijvoorbeeld met biogas. De afvalstoffen waarmee wij PHA maken voor bioplastic worden normaal gebruikt om biogas mee te maken. Ons product is hoogwaardiger, maar voor de productie van biogas zijn veel subsidies waardoor het een stuk goedkoper is.” Ook met producenten van fossiele plastics moeten Bart en zijn collega’s concurreren. “Er komen veel goedkope fossiele plastics ons land binnen. Een boer die moet kiezen tussen goedkoop fossiel plastic en duurder bioplastic kiest dan snel voor fossiel. Dit zorgt voor de verspreiding van micro-plastics in ons milieu, maar het gebruik van fossiele plastics is nog niet verboden.”
Als circulaire pionier loop je hoe dan ook tegen barrières aan, wil Bart maar zeggen. ‘Gewoon doen’ is dan ook zijn gouden tip voor andere circulaire ondernemers. “Als je idee goed is, moet je daar vol voor gaan. Barrières kom je toch wel tegen, maar als jij enthousiast bent, krijg je anderen echt wel mee.”